Investeren in China? denk 2 keer na
Gezien de problemen in het Westen raden vele beleggingsadviseurs aan om vandaag in Chinese aandelenmarkten te investeren. Ons inziens is dat echter erg risicovol: ook de Chinese economie is niet crashproof, en er zijn aanwijzingen dat er in het Chinese verhaal binnenkort een paar zwarte bladzijden zullen komen te staan.
China is een exportland. Wat als de vraag keldert?
China is 's werelds grootste consument van grondstoffen, en produceert daarmee voornamelijk afgewerkte producten, om die vervolgens te exporteren naar het buitenland. Dat betekent dat het land afhankelijk is van de vraag naar afgewerkte producten uit andere landen van de wereld.
Uit deze webpagina van het Chinese Ministerie van Handel blijkt dat in oktober 2008 de grootste exportpartner van China de Europese Unie was, die 16,4% van de exportproductie van het opkocht. Daarna volgen de V.S., met 12,9%, en Japan, met 10,3%. Alles samen gaat dus 39,6% van de Chinese export richting het Westen. En laat het nu net zo zijn dat het Westen met gigantische financiële en institutionele problemen kampt.
De schulden in het Westen zijn in de geschiedenis zonder voorgaande, en veel groter dan die in de rest van de wereld. We zijn stilaan bij een punt gekomen waar de niet-westerse overheden ophouden de westerse schuld op te kopen; ze beginnen deze zelfs van de hand te doen. De Amerikaanse overheid ziet met angstige ogen toe hoe buitenlandse mogendheden sinds augustus 2008 reeds 30% van hun staatsobligaties verkochten. De FED staat echter altijd klaar om die obligaties op te kopen met uit het niets gecreëerd geld, desnoods via juridische constructies in de Bahamas en Londen City. In Europa en Japan gaat men met het monetariseren van de schuld precies hetzelfde pad op. Het onvermijdelijk gevolg wordt, zoals we hier bij Goldomic steeds opnieuw stellen, een hyperinflatoire depressie.
Wat gebeurt er nu als het Westen de koopkracht van haar geld ziet wegsmelten? Buitenlandse producenten eisen steeds meer geld in nominale termen (om hun productiekosten te betalen), waardoor de westerlingen zich steeds minder import kunnen veroorloven. Het gevolg is het stokken van de vraag naar Chinese exportproducten, en een crash in de Chinese aandelenbeurzen.
De Chinese Vastgoedzeepbel
Het goedkope krediet en de zeer grote overheidsgesubsidieerde vastgoedprojecten hebben in het land van de draak een vastgoedzeepbel van epische proporties gecreëerd.
In termen van BBP uitgedrukt, was het overheidsstimuluspakket van 586 miljard dollar (voornamelijk bedoeld om vastgoedleningen te vergemakkelijken) maar liefst 3 keer groter dan het Amerikaanse monsterstimuluspakket van 2008. Mede daardoor stegen sedert 2003 de grondprijzen in de Chinese hoofdstad met 750%. Meer dan de helft van die prijsstijging vond immers plaats in de voorbije 2 jaar. Het feit dat vastgoed dat verkocht werd aan de overheid of aan staatsbedrijven voor 27% hogere prijzen over tafel gingen, is veelzeggend. Kunstmatig opgepepte vraag heeft dus een belangrijke rol gespeeld bij de recente boom in de Chinese huizenprijzen.
En er zijn nog verontrustende berichten. Zo stelde men vast dat 64,5 miljoen appartementen in China gedurende zes maanden geen enkele kilowatt aan energie consumeerden—en dus vrijwel allemaal onbewoond zijn. Met een Chinees gemiddelde v an iets onder de vier inwoners per appartement betekent dit dat er voor 200 miljoen flatbewoners overtollige capaciteit bestaat. Belangrijk is ook het feit dat de Chinese overheid zelf in augustus een stresstest voor de banken lanceerde, waarbij banken moesten simuleren wat er met hun kredietwaardigheid zou gebeuren als het vastgoed crashte en 60% in waarde daalde. Dit soort vragen worden niet voor de grap gesteld—in de hogere echelons weet men dat het menens is.
Gezien de problemen in het Westen raden vele beleggingsadviseurs aan om vandaag in Chinese aandelenmarkten te investeren. Ons inziens is dat echter erg risicovol: ook de Chinese economie is niet crash Proof, en er zijn aanwijzingen dat er in het Chinese verhaal binnenkort een paar zwarte bladzijden zullen komen te staan.
China is een exportland. Wat als de vraag keldert?
China is 's werelds grootste consument van grondstoffen, en produceert daarmee voornamelijk afgewerkte producten, om die vervolgens te exporteren naar het buitenland. Dat betekent dat het land afhankelijk is van de vraag naar afgewerkte producten uit andere landen van de wereld.
Uit deze webpagina van het Chinese Ministerie van Handel blijkt dat in oktober 2008 de grootste exportpartner van China de Europese Unie was, die 16,4% van de exportproductie van het opkocht. Daarna volgen de V.S., met 12,9%, en Japan, met 10,3%. Alles samen gaat dus 39,6% van de Chinese export richting het Westen. En laat het nu net zo zijn dat het Westen met gigantische financiële en institutionele problemen kampt.
De schulden in het Westen zijn in de geschiedenis zonder voorgaande, en veel groter dan die in de rest van de wereld. We zijn stilaan bij een punt gekomen waar de niet-westerse overheden ophouden de westerse schuld op te kopen; ze beginnen deze zelfs van de hand te doen. De Amerikaanse overheid ziet met angstige ogen toe hoe buitenlandse mogendheden sinds augustus 2008 reeds 30% van hun staatsobligaties verkochten. De FED staat echter altijd klaar om die obligaties op te kopen met uit het niets gecreëerd geld, desnoods via juridische constructies in de Bahamas en Londen City. In Europa en Japan gaat men met het monetariseren van de schuld precies hetzelfde pad op. Het onvermijdelijk gevolg wordt, zoals we hier bij Goldomic steeds opnieuw stellen, een hyperinflatoire depressie.
Wat gebeurt er nu als het Westen de koopkracht van haar geld ziet wegsmelten? Buitenlandse producenten eisen steeds meer geld in nominale termen (om hun productiekosten te betalen), waardoor de westerlingen zich steeds minder import kunnen veroorloven. Het gevolg is het stokken van de vraag naar Chinese exportproducten, en een crash in de Chinese aandelenbeurzen.
De Chinese Vastgoedzeepbel
Het goedkope krediet en de zeer grote overheidsgesubsidieerde vastgoedprojecten hebben in het land van de draak een vastgoedzeepbel van epische proporties gecreëerd.
In termen van BBP uitgedrukt, was het overheidsstimuluspakket van 586 miljard dollar (voornamelijk bedoeld om vastgoedleningen te vergemakkelijken) maar liefst 3 keer groter dan het Amerikaanse monsterstimuluspakket van 2008. Mede daardoor stegen sedert 2003 de grondprijzen in de Chinese hoofdstad met 750%. Meer dan de helft van die prijsstijging vond immers plaats in de voorbije 2 jaar. Het feit dat vastgoed dat verkocht werd aan de overheid of aan staatsbedrijven voor 27% hogere prijzen over tafel gingen, is veelzeggend. Kunstmatig opgepepte vraag heeft dus een belangrijke rol gespeeld bij de recente boom in de Chinese huizenprijzen.
En er zijn nog verontrustende berichten. Zo stelde men vast dat 64,5 miljoen appartementen in China gedurende zes maanden geen enkele kilowatt aan energie consumeerden—en dus vrijwel allemaal onbewoond zijn. Met een Chinees gemiddelde v an iets onder de vier inwoners per appartement betekent dit dat er voor 200 miljoen flatbewoners overtollige capaciteit bestaat. Belangrijk is ook het feit dat de Chinese overheid zelf in augustus een stresstest voor de banken lanceerde, waarbij banken moesten simuleren wat er met hun kredietwaardigheid zou gebeuren als het vastgoed crashte en 60% in waarde daalde. Dit soort vragen worden niet voor de grap gesteld—in de hogere echelons weet men dat het menens is.